Edward Payson (1783-1827) heeft een bijzonder zwaar leven gehad. Het overlijden van zijn jongere broer betekende een enorm diepe schok. Hij worstelde met een bipolaire aandoening en leed geregeld dagenlang aan zware migraines. Alsof dat nog niet genoeg was had hij een verlamming aan zijn arm door de val van een paard en raakte hij op het randje van de dood door een aanval van tuberculose. Verrassend genoeg verviel hij echter niet in wanhoop of moedeloosheid. Volgens zijn vrienden was hij uiteindelijk in een bijzonder vreugdvolle toestand overleden. Hoe was dat mogelijk?
In de kathedraal van St. Patrick in Dublin bevindt zich een deur waaraan een verhaal vastzit van vijf eeuwen oud. In 1492 hadden twee families, de Butlers en de FitzGeralds, ruzie over wie een bepaalde hoge functie in de regio moest krijgen. De strijd escaleerde en de Butlers zochten hun toevlucht in de kathedraal. De FitzGeralds kwamen met verzoek om een wapenstilstand, maar de Butlers durfden de deur niet te openen, waarachter ze zich verscholen hadden. Daarop hakten de FitzGeralds een gat in de deur, waardoorheen hun familiehoofd bij wijze van teken van vrede zijn hand stak. De twee families verzoenden zich met elkaar en zo werden ze van vijanden vrienden.
Jim vertelde vol vuur over de problemen die hij met het team op zijn werk had: verdeeldheid, een oordelende houding en misverstanden. Toen ik een uur lang geduldig naar al zijn frustraties geluisterd had, stelde ik voor om aan Jezus te vragen wat Hij zou willen dat we in deze situatie deden. Vijf minuten zaten we rustig en in stilte. Toen gebeurde er iets bijzonders. Beiden voelden we hoe Gods vrede als een deken over ons heen viel. We konden ons veel meer ontspannen toen we zijn aanwezigheid en leiding ervoeren en voelden ons vertrouwen groeien om de problemen weer ogen onder te zien.
In 1722 was er een kleine groep Moravische christenen (uit een gebied in het tegenwoordige Tsjechië) die een veilig heenkomen tegen vervolging vond op het landgoed van een welwillende Duitse graaf. Binnen vier jaar was hun groep tot meer dan driehonderd uitgegroeid. De nederzetting was evenwel geen ideale gemeenschap voor vervolgde vluchtelingen, maar een broeinest van verdeeldheid. Verschillende visie op het geloof verdeelden de gemeenschap in allerlei groepen. Maar toen deden ze iets wat slecht een kleine stap lijkt, maar wat het begin vormde van een ongelooflijke opwekking. Ze begonnen zich te focussen op de dingen waarover ze het eens waren, in plaats van alles waarover ze verdeeld waren. Een sterke eenheid was het gevolg.
De eerste immigrant die in 1892 via Ellis Island de Verenigde Staten binnenkwam, Annie Moore, moet een geweldige opwinding ervaren hebben bij de gedachte aan een nieuw thuis en een nieuw begin. Na haar kwamen nog miljoenen anderen bij Ellis Island het land binnen. Als tiener had Annie een zwaar leven in Ierland achtergelaten om een nieuw leven te beginnen. Met alleen een kleine handtas kwam ze aan met een heleboel hoop, dromen en verwachtingen van een land vol mogelijkheden.
Het huwelijk van Ron en Nancy ging hard achteruit. Zij had een relatie met een ander, maar na een tijdje beleed ze haar zonde voor God. Ze wist wat Hij wilde dat ze deed, maar wat was dat moeilijk. Toch vertelde ze Ron erover. Hij besloot niet voor een scheiding te gaan, maar Nancy de kans te geven om zijn vertrouwen terug e winnen en te laten zien dat ze veranderd was. Op wonderbaarlijke wijze herstelde God hun huwelijk.
Harlan Popov had er geen flauw benul van hoe zijn leven verder zou verlopen, toen hij op een dag in 1948 vroeg in de ochtend de deurbel hoorde. Zonder enige waarschuwing voerde de Bulgaarse politie hem vanwege zijn geloof af naar de gevangenis. Dertien jaren lang bracht hij biddend om kracht en moed achter de tralies door. Ondanks de vreselijkste martelingen wist hij dat God bij hem was en deelde hij het goede nieuws van Jezus met zijn medegevangenen. Velen kwamen tot geloof.
‘Ach, het is maar een zigeuner,’ fluisterde iemand met opgetrokken neus, toen Rodney Smith naar voren liep om zijn leven aan Jezus te geven, tijdens een kapeldienst in 1877. Niemand had een hoge dunk van de tiener, kind van zigeuners zonder enige opleiding. Maar naar dat soort stemmen luisterde Rodney niet. Hij was er diep van overtuigd dat God een doel met zijn leven had. Hij kocht een Bijbel en een Engels woordenboek en leerde zichzelf lezen en schrijven. Later zei hij eens: ‘De weg naar Jezus loopt niet via Cambridge, Harvard, Yale of de dichters. Het is (. . .) een ouderwetse heuvel genaamd Golgota.’ Tegen de verwachtingen van velen in werd Rodney evangelist in dienst van God, door wie velen in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten tot Jezus kwamen.
Aan wie denk je wanneer je het woord ‘mentor’ hoort? Voor mij is dat pastor Rich. Al vroeg zag hij iets in mij, en bleef in me geloven toen ik dat zelf niet kon. Hij was een echt rolmodel als leider die in nederigheid en liefde dient. Als gevolg daarvan mag ik nu ook God dienen door als mentor op te treden voor anderen.
‘Hoe heet je?’, vroeg Arman, een student uit Iran. Ik vertelde hem dat ik Estera heette, en zijn gezicht klaarde helemaal toen hij uitriep: ‘In het Farsi hebben we een naam die bijna hetzelfde is, Setare!’ Door deze kleine link ontspon zich een bijzonder gesprek. Ik vertelde dat ik naar een figuur uit de Bijbel genoemd was, Ester. Ze was een Joodse koningin in Perzië, het huidige Iran. Ik vertelde over haar, en kon er de blijde boodschap van Jezus aan vastknopen. Als gevolg van ons gesprek, kwam Arman vanaf toen naar onze wekelijkse bijbelstudie om meer over Jezus te leren.
Sinds 1989 kiest Keith Wasserman er elk jaar voor om een paar dagen als dakloze te leven. Dit doet hij om te groeien in liefde en mededogen. ‘Ik leef op straat om mijn perspectief te verbreden en mijn inzicht te verdiepen’ in mensen die geen huis hebben om in te wonen, zegt Keith, werkzaam als directeur van de christelijke organisatie Good Works, Inc.
‘Estera, er is een cadeautje voor je gekomen van onze vriendin Helen,’ zei mijn moeder toen ze thuiskwam uit haar werk. Toen ik opgroeide hadden we het niet zo breed, dus het voelde een beetje alsof ik jarig was, als er zomaar een cadeautje via de post kwam. Iemand had aan me gedacht. Ik voelde me geliefd en gewaardeerd door God en deze geweldige vrouw.